
4 eeuwen gastvrijheid
Uit: Historische Kring Laren, september 1997
Geschreven door A.H.F. de Boer
Vraag in Laren: “Weet je t' Bonte Paard?” dan kan iedereen dat precies vertellen. Ook buiten Laren hebben velen van t' Bonte Paard gehoord, zijn er wel eens geweest, of komen er regelmatig. Van t' Bonte Paard bestaan meer dan 20 ansichten, zelfs een met een poststempel uit 1906. Op die kaart is ook het huis van schoolmeester Van Wulfen te zien. De Naarderstraat was toen nog de Laarder Straatweg. Deze weg zorgde voor klandizie voor de herberg. Destijds liep de hoofdweg van Amsterdam naar Amersfoort namelijk dwars door Laren, via de Naarderstraat en de Eemnesserweg. De Rijksweg kwam er pas in 1921, dus tot die tijd moesten alle rijtuigen en dagjesmensen langs t' Bonte Paard. Over de schrijfwijze van de herberg maakte niemand zich druk, vandaar dat het t' Bonte Paard werd met de apostrof aan de verkeerde kant. Dat is zo gebleven, ook vandaag.
Eenvoudig
De dorpsherberg “t' Bonte Paard” bestaat al zo’n 400 jaar. Op de oudste gravures en tekeningen van Laren komt de herberg al voor. Omstreeks 1830 was Hein Koster hier herbergier. Hij was getrouwd met Bet Roest. Zij hadden geen kinderen. Een herberg uit die tijd stelde weinig voor. Het was nog eenvoudiger dan nu. Er lag zand op de houten vloer, er waren een bierpomp en een stamtafel voor de Laarders. Daar gingen de laatste dorpsnieuwtjes rond en werden een paar ‘slukkies’ gedronken. Voor passanten en dagjesmensen waren er een paar stoelen en tafeltjes, waar zij een kop koffie, chocolademelk of een flesje gazeuse konden gebruiken. Van een buitenterras was toen nog geen sprake.

Op 15 april 1882 vond de officiële opening van het baanvak Naarden-Laren van de Gooische Stoomtram plaats. Reizigers konden nu met de tram van Amsterdam via “Jan Tabak” en Crailoo naar Laren en Hilversum en er was een zijlijn aangelegd die de dorpen Huizen, Blaricum en Laren met Hilversum verbond. Deze aanleg heeft in Laren voor geharrewar gezorgd. De Maatschappij wilde namelijk de rails over een stuk grond van Hein Koster leggen. Dat vonden hij en zijn zwager Kees maar niks. Gevolg was dat de piketpaaltjes die overdag door de trammaatschappij waren uitgezet, ’s avonds door Kees in de Koesweerd werden gegooid. Uiteindelijk verloor hij en kwamen de rails strak langs “t' Bonte Paard” te liggen.
Niet alleen café
De klandizie was niet zo groot dus hield Hein er ook nog wat koeien en varkens bij. De melk verkocht hij aan bezoekers van sanatorium Hooglaren, Julianaoord en Bosch en Heide. Daarom hing aan de zijgevel een groot bord met opschrift ‘Melksalon’. Het huidige zaaltje naast het café was er toen nog niet, dat liet Hein er rond 1860 aanbouwen voor de broer van zijn vrouw. Dat was Kees Roest (1842-1924) die getrouwd was met Marretje Schadee (1840-1927), door iedereen Marretje de Mutsenstijfster genoemd. Kinderen hadden zij niet. Kees had in de zijzaal een “barbierzaak” voor knippen en scheren. De meeste mannen lieten zich in die tijd scheren bij een barbier. Wie het betalen kon liet dat elke dag doen, maar de meesten kwamen één keer per week.
Vaste klant
Kees had één vaste klant, die elke dag geschoren werd. Dat was Jan Hamdorff. Hamdorff kwam niet naar de barbierzaak, Kees moest naar het huis van Hamdorff aan de overkant van de straat. Er was een vaste prijs afgesproken, honderd gulden per jaar. En er werd vooruit betaald.

In 1888 overleed Bet, de vrouw van Hein. Dat bracht naast verdriet ook een groot probleem voor Hein met zich mee. De beesten verzorgen, een café runnen en dan ook nog je eigen potje koken, dat was op zijn leeftijd teveel gevraagd, dus ging hij praten met Jan Roest. Jan Roest werd geboren op 10 oktober 1877 en was de zoon van Heins andere zwager Gerrit Roest (1843-1906). Gerrit was getrouwd met Betje Calis (1847-1888). Zij hadden drie kinderen: Jan, Gerrit en Gerritje, een meisje. Gerrit werd missionaris bij de Witte Paters en heette Frère Eustace. Gerritje ging eveneens in het klooster. Zij werd zuster bij de Dominicanessen. Vader Gerrit werd al vroeg weduwnaar en is later hertrouwd met Aaltje Schoonhoven. Het was intussen 1905.
Kort en goed deed Hein Koster aan Jan Roest het volgende voorstel: “Jan, als jij gaat trouwen (Jan had al 8 jaar verkering met Wijmpie (1878-1958) van Teus Bakker), dan komen jullie bij mij inwonen, kan Wijmpie ook voor mij zorgen en helpen in de herberg en na een poosie kopen jullie de hele zooi”. En zo is het gegaan.
Jan was eerst nog vertegenwoordiger Nederland bij de verffabriek van Van den Brink en Thuys. Dat bleef hij ook na zijn huwelijk in 1905 en zijn intrek bij Hein, want die paar klanten per dag kon Wijmpie alleen wel aan. Tot er steeds meer bezoekers kwamen en Jan voor het café koos.
Veranderingen
Tot op de dag van vandaag is aan het interieur van het café bewust weinig veranderd of gemoderniseerd: een sobere tap, houten lambriseringen en zand op de houten vloer, dat schept een bijzondere sfeer. Wel heeft Jan er een biljart in laten zetten, want de stamgasten wilden een biljartvereniging. Na het overlijden van Kees in 1924 werd de zijzaal door Jan bij het café getrokken. Deze ruimte had hij hard nodig, omdat voetballers van L.F.C. en hockeyers van Laren er na de wedstrijden bijelkaar kwamen. Ook werd de zijzaal steeds vaker gebruikt voor vergaderingen en bruiloften. Dat bracht extra werk mee en moest het hele gezin helpen met de “pot” koken en met de bediening.
Het gezin
Het gezin van Jan en Wijmpie bestond uit zes dochters, namelijk Bep, Jo, Antonia (kloosterzuster), Gerda, Truus (bij veel vrouwen bekend als zuster Roest, de verloskundige), en Ada. Dan waren er nog twee jongens: Gerard en Antoon.
Op een dag ging het verhaal, dat de boerderij van Tijmen de Boer, naast het café verkocht zou worden. Iemand wilde er een danszaal van maken. Daar was Jan Roest niet enhousiast over, zo pal naast zijn deur. Dus kocht hij het pand vliegensvlug en verhuurde het aan fietsenmaker Kreisel, die er tevens een benzinepomp plaatste.

Toen in 1921 de Rijksstraatweg rondom Laren werd aangelegd en de omzet van t' Bonte Paard verminderde, kocht Jan een stuk grond aan deze nieuwe Rijksweg, samen met Piet van Gerre (Van den Brink van de verffabriek) en Jan van Dijk (van de Kweek), opa van de huidige uitbater Frank van Dijk. Zij lieten een café/theehuis bouwen genaamd ‘De Witte Bergen’. Jan Roest werd directeur en er werd een beheerder aangesteld. Er was een hertenkamp bij en een pony- en vogelpark met veel siervogels.
Zij gaven een prentbriefkaart uit met de tekst ‘Pony rijden De Witte Bergen Laren (Gooi)’. Op de pony’s zaten Detje van Dijk, Antoon Roest, Gerard van Dijk en Ada Roest. Langs de oprit waren houtwallen aangelegd. Vogels maakten hierin hun nesten. Een echtpaar uit Den Haag, 'stadse mensen', kreeg tekst en uitleg daarbij van Jan Roest. Het echtpaar had zoiets nog nooit gezien. Ze waren zo onder de indruk dat ze Jan een kwartje gaven, niet wetend dat daarmee de directeur een fooitje kreeg.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog vorderden de Duitsers De Witte Bergen, alle dieren moesten weg. Alleen de bok ging naar het Hertenkamp in Laren, daar lopen misschien nog nazaten van hem. Na de oorlog bleek er zoveel stuk dat De Witte Bergen werd verkocht.
Het Bonte Paard blijft
t' Bonte Paard werd gaandeweg het trefpunt voor de gewone man, voor artiesten, schilders en dichters, de middenstand, rechters en ieder ander die de weg naar het café wist te vinden. Precies wat Jan Roest wilde. In 1958 overleed Wijmpie, Jan bleef in t' Bonte Paard wonen en was dagelijks aan de stamtafel te vinden voor een praatje en een kaartje. Zoon Gerard bediende de klanten.
Op 21 januari 1966 overleed Jan Roest op 89-jarige leeftijd. De familie besloot de zaak te verpachten. Aan de gegadigden werden met succes hoge eisen gesteld met betrekking tot behoud van inrichting en sfeer. Tot 1975 hebben dochter Jo en haar man Co Marjot (oorspronkelijk boekhouder) het café gerund, daarna werd het verpacht aan de familie Donk. De huidige uitbater is Patrick Lommers, ook bekend van o.a. Moeke Spijkstra in Blaricum.